We zijn nogal atypische reizigers denk ik, ief en ik.
In februari waren we er nog van overtuigd dat we naar Portugal zouden reizen.
Om de één of andere reden kwam mijn planningsdrang niet op gang, ik wist niet goed waar beginnen door de grootte van het land.
Dus beslisten we in maart dat het een eiland ging worden, daar hadden we tot nu toe alleen nog maar fijne herinneringen aan en is overzichtelijker. Bovendien moet je dan met de boot (het vliegtuig was sowieso geen optie) en dat vergroot de traagheid van reizen.
Corsica, dat werd het!
Een week later had ik op één avond vijf huisjes geboekt, verspreid over het eiland. Zonder vooraf iets over Corsica te lezen.
Dat zoeken en boeken deed ik via home to go. Ik zocht op kleine alleenstaande huisjes, duidde alle locaties aan die in aanmerking kwamen en puzzelde dan met data zodat we overal vier of vijf nachten bleven.
Oja, en ik boekte ook ineens de overzetboot.
Voilà, aftellen tot het zover was en valiezen pakken!
We reden met de auto naar Frankrijk en bleven nog een nachtje slapen bij vrienden in de Bourgogne.
De nachtboot bracht ons van Nice naar Bastia, aan de Oostkust.
In de reisgids las ik dat Bastia best de moeite is om te bezoeken. Omdat we vroeg arriveerden beslisten we om dat dan maar ineens te doen. We kochten een koffiekoekske bij een bakker en dronken een koffie op een terras.
We wandelden naar de jachthaven en slenterden door de kleine straatjes.
Voor we vertrokken naar ons eerste logeerplek deden we ook nog boodschappen. Zeer verstandig, want erg veel winkels zijn er niet op Cap Corse.
Les één in Corsica: als je een winkel ziet kan je beter ineens boodschappen doen, want anders moet je soms een kei-lang stuk rijden.
Les twee: je bent altijd langer onderweg dan je denkt.
Onderweg naar Pietracorbara stopten we in Erbalunga, een schattig dorp.
Les drie: er zijn héél veel schattige dorpen in Corsica. Op Cap Corse liggen de dorpen meestal aan de zee en krijg je dat uitzicht er ook nog bij.
Huisje één was goed verstopt en we moesten de gastvrouw bellen om ons in het dorp (lees: vijf huizen) op te halen.
Omdat we alleen een grote landkaart mee hadden kochten we in de supermarkt een topografische kaart van de streek. De kaarten van IGN zijn super om je wandelingen mee uit te stippelen. Er staan bovendien veel wandelwegen in het roze op aangeduid én die wandelwegen zijn in het echt ook gemarkeerd met gele of rode streepjes. Super gemakkelijk dus!
We wandelden twee dagen een stuk van de 'Sentier des douaniers', dit is helemaal in het noorden van Cap Corse, dus eerst nog een stuk rijden. Gelukkig is dat nooit een straf, want het uitzicht is altijd prachtig.
De wandelweg volgt de kustlijn is supermooi en redelijk 'plat'. Een prima wandeling om op te warmen dus.
Onderweg van en naar ons huisje zagen we ook iets héél typisch voor Corsica: graftombes. Je hebt natuurlijk kerkhoven met heel veel tombes (alles is 'opbouw',de grond is te hard om te graven), maar heel vaak zie je een tombe in the middle of nowhere langs de weg, of in een bos.
De derde dag in huisje één vertrokken we een keer zonder auto en bleven in de buurt.
De wandeling 'de fonteinen' (bronnen), ging door een bos en langs een rivierke met een mooie oude brug.
De dag erna vertrokken we in Poggio (Luri) en reden we in de namiddag naar de westkust om Port de Centuri te bezoeken.
De laatste dag in het huisje begon mooi met veel zon en veel goesting en een wandeling naar Piazze via een ruïnedorp. Ik zou dan graag efkes willen zien hoe daar vroeger geleefd werd...
's Namiddags begon het te regenen en is het niet meer gestopt. Helemaal doorweekt kwamen we weer bij het huisje aan. Gelukkig was er verwarming en een hete douche.
De volgende ochtend scheen de zon weer en maakten we ons klaar om te verhuizen naar huisje twee...wordt vervolgd.
Comments